De Heilige Geest: de Vlam van God.

Zonder de wind kun je niet zeilen, zonder een golf niet surfen, en zonder de Geest heb je enkel menselijke vormen en religie. Maar wanneer de Heilige Geest op het toneel stapt, verandert alles. Dan steekt de wind op en vatten mensen vlam (Acts 2:1). Wij zijn de struik, Hij is de Vlam. En wij zijn niet verteerd.

Voor sommigen is de Heilige Geest een abstracte kracht, maar Hij is een Persoon: je kunt relatie met Hem leggen, en je kunt Hem bedroeven (Eph. 4:30). Hij wordt je vijand als je je tegen Hem verzet (Isai. 63:10, Acts 7:51). Je kunt tegen Hem zondigen door Hem met de boze te verwarren, niet een reden om bang of krampachtig te zijn maar een reden om voorzichtig te zijn met hoe je je over Hem uitlaat (Matt. 12:28-32). Hij is de Vlam: je kunt Hem doven (Hand.2:2, 1 Thess. 5:19). De Heilige Geest wil welkom zijn en gekend worden. Vaak wanneer je over Hem spreekt, maakt Hij Zijn opwachting: Hij komt altijd waar Hij geëerd wordt. Maar Hij is als de duif: Hij vliegt weg als Hij niet welkom is (Matt.3:16). Wanneer Hij er niet is, dan is het windstil (Acts 2:2). Dan heb je geen vaart en geen richting. Daarom zeggen wij: Come Holy Spirit! Light us up with Your Presence. Zet ons in vuur en vlam voor de dingen van God! Zonder U wordt het niks.

De Schrift maakt vanaf de eerste verzen in Genesis 1 duidelijk dat de Heilige Geest al vanaf het begin betrokken is bij Gods schepping: Hij zweefde over de wateren en schiep orde in chaos toen Vader God sprak in de Zoon (Gen.1:2, Col.1:16). Hij is de "ruach Elohim", de adem, de wind van God, staat daar (Gen.1:2).

De Geest van God is altijd bij mensen betrokken geweest: in de Tenach, het OT, zagen wij Hem op mensen komen waardoor zij profeteerden. In Numeri 11 kwam Hij op de 70 oudsten. In Richteren 6 kwam Hij op Gideon en in Richteren 11 op Jefta. In Richteren 13 begon Hij Simson aan te drijven en in Richteren 14 greep Hij Simson aan. In 1 Samuel 10 kwam Hij over Saul en in 1 Samuel 16 over David. De Profeten werden steeds door Hem gegrepen. De Geest van God was altijd betrokken waar Hij welkom was en Hij kwam over mensen om Gods bedoelingen te bevorderen. Zijn bekwaming is een bovennatuurlijke bedauwing.

Hij wordt door Joël aangekondigd wanneer hij voorzegt dat Hij over alle vlees zal komen en dromen, visioenen en gezichten zal geven (Joël 2:28-32). Hoewel het hier gaat over Israël, het Joodse volk, hebben ook heidenen deel verkregen aan die profetie van Joel: In het huis van Cornelius kwam de Geest over alle aanwezigen terwijl Petrus predikte (Acts 10).

De Schrift maakt vanaf de eerste verzen in Genesis 1 duidelijk dat de Heilige Geest al vanaf het begin betrokken is bij Gods schepping: Hij zweefde over de wateren en schiep orde in chaos toen Vader God sprak in de Zoon (Gen.1:2, Col.1:16). Hij is de "ruach Elohim", de adem, de wind van God, staat daar (Gen.1:2).

In het NT maakte Jezus heel duidelijk dat de Geest van God over de discipelen zou komen en bij hen zou zijn, wat gebeurde in Handelingen 2. Sterker nog, Jezus vroeg hen op Hem, de Heilige Geest, te wachten voor zij aan het werk gingen met hun opdracht om de volkeren te bereiken met het evangelie (Acts 1:4-8). Hij is God op aarde sinds Christus ging, zou je kunnen zeggen, en in Handelingen lezen wij dat Jezus Zijn werk voortzette in samenwerking met de Twaalf en de gemeente door de Heilige Geest.

In Johannes 14-16 heeft Jezus het over Hem tijdens het laatste Avondmaal voor Hij gevangen, berecht en gekruisigd werd. De Trooster zal de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel, zei Jezus, en vatte het daarmee het hele verlossingsplan, de agenda van God samen (Joh.16:8). Op de 1e Pinksterdag zagen wij dat inderdaad gebeuren (Acts 2:37-38) en vaak daarna opnieuw in zowel Handelingen als nu in deze dagen. Telkens weer doet Hij het. Hij zal Mij verheerlijken, uit het Mijne nemen en het jullie verkondigen. Hij zal jullie de weg wijzen tot de volle waarheid (Joh. 16:13-15). Hij zal jullie te binnen brengen al wat Ik jullie geleerd heb (Joh.14:26). Jullie zullen Hem kennen. Hij zal bij jullie zijn en in jullie zijn (Joh.14:17). Indien iemand Mij liefheeft, dan zal hij Mijn woord bewaren en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen en woning bij hem maken" (Joh.14:21-23). Dat gebeurt door de Heilige Geest, die een Persoon is, meer dan een kracht. Wanneer de Trooster komt, die Ik jullie zenden zal van de Vader, de Geest van de Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen" (Joh. 15:26).

Het eerste dat de Heilige Geest in Handelingen doet is aanzetten tot prediking met zondebesef tot gevolg. Petrus' publiek riep uit: Wat moeten wij doen?! Bekeert u en laat u dopen, en u zult de gave van de Heilige Geest (ook zoals wij) ontvangen" (Hand.2:37-38). Wanneer de Geest mensen aangrijpt, dan worden zij gegrepen door zondebesef. Alles moet ineens anders. Dat is voorspeld door Ezechiel toen hij zei dat God harten van steen zou veranderen in harten van vlees waarop de vinger Gods de wetten en principes van God kerft (Eze.36:25-27) waardoor God alsnog bewerkt wat Hij op de Sinai met de stenen tafelen voor ogen had. Wie door de Geest gegrepen worden, worden aangegrepen en aangejaagd door de vreze des Heren, het kwade te haten (Spr.8:13). De Heilige Geest bewerkt wat niemand anders kan.

Hij stond aan de wieg en de geboorte van de Gemeente van God. Toen de discipelen baden en op Hem wachten, in Handelingen 1, kwam Hij met kracht in Handelingen 2. Hij was als de wind en verscheen op hen in vlammen van vuur. Ze discipelen leken dronken. Maar door Hem predikte Petrus met kracht en werd zijn publiek overtuigd dat alles in hun leven anders moest. De Geest van God pende die dag de wetten van God in mannen die zich keerden tot God, en vervulde de OT voorzegging van Ezechiël (Acts 2:37-38, Eze. 36:25-27). Vervolgens werd de Gemeente van God geboren.

De Geest van God is de vinger van God door Wie Jezus de boze geesten uitdreef (Luke 11:20). Wanneer de Geest van God een samenkomst of mensen kaapt, dan reageert de boze die niet wil blijven zitten maar zijn greep wil houden op mensen. Maar wanneer zij Jezus hun Heer maken en uitnodigen hen te kapen, tot Zijn eigendom te nemen, dan is er voor de duivel geen plaats meer. Alles wat van God is wil hij kapotmaken. Maar op alles van God heeft de duivel geen recht. Geef hem geen voet tussen de deur zodat hij niet je hele huis neemt (Eph.4:26-27): reken af met alle zonde.

Hij was en kwam op Jezus bij diens doop door Johannes de Doper, Zijn voorloper en wegbereider, in Mattheus 3 (Matt.3:16-19). Iedereen zag Hem als een duif op de Zoon komen en hoorde de Vader over Hem opscheppen. In Lucas 4 vertelde Jezus in de synagoge dat Hij de door de Vader aangewezene was maar ook door de Heilige Geest gezalfde met zalving van omhoog. De profeet Jesaja had dat al zo'n 700 jaar eerder aangekondigd toen hij zei: De Geest des Heren is op mij om... (wat Hij kwam doen staat daarna: om te verbinden, bevrijden, verlossen en op te richten; Isai. 61:1-3).

De Geest van God pende door mannen van God het Boek van God, de bijbel, de Schrift, en schreef daarin de diepten van God (1 Cor. 2:10). Daarin maakte Hij bekend wat in God omgaat, Gods raadsels aan ons bekend. Petrus schreef dat Hij aan de basis, de wieg stond van de bijbel toen hij aan zijn lezers pende dat mensen niet uit eigen wil of gedrevenheid hebben geschreven maar door Hem, van Godswege (2 Petrus 1:20-21). Zij werden als een zeilboot voortgedreven door de wind, en die Wind is Hij, de Heilige Geest. Paulus pende iets soortgelijks: In 2 Timotheus 3:16 (2Tim. 3:16) pende Paulus dat de Schrift God-geademd is, en wijs kunnen maken tot de zaligheid, het Koninkrijk dat komt en ons behoud. Hij pent er ook dat de Schrift nuttig is om te onderwijzen, corrigeren, aanmoedigen en op te voeden. Die adem is de Geest.

De Trooster is onmisbaar. Jezus wilde dan ook dat de discipelen op Hem zouden wachten voor zij eropuit trokken om Hem bekend te maken, om kracht te hebben en fouten te voorkomen (Acts 1). Wanneer Hij mensen neemt, dan worden zij vervuld van Hem en kunnen niet meer stoppen om over de grote daden van God te spreken (Acts 2:11).

De Heilige Geest heeft ons verzegeld tegen de dag van de verlossing (Eph. 4:30). Dat wij de Geest hebben, is onze zekerstelling, ons onderpand van onze erfenis: dat de volheid van het Koninkrijk komt en wij erbij zullen zijn (Eph.1:14, 2 Cor.4:4). Wanneer de Heilige Geest in de Evangeliën en Handelingen over mensen komt is dat een teken dat zij bij God zijn aangenomen: De Vader schepte op over Zijn Zoon Jezus en de Geest kwam als een duif op Hem (Matt.3:16-19). De Geest kwam over de eerste 120 discipelen (Acts 2) en over vele anderen daarna in Handelingen zoals Cornelius en zijn kornuiten, enz. Wanneer Hij kwam, kwam Hij over "allen" die aanwezig waren. Hij sloeg niemand over, niemand werd buitengesloten.

Door de Geest van God vatten mensen vlam met het geloof van God en snellen zij vooruit in de kracht en het karakter van God. De Heilige Geest werkt in de gelovigen de gaven van de Geest, Gods kracht (Rom. 12, 1 Cor.12, 1Cor.14, Eph.4:11-12), en de vrucht van de Geest, Gods karakter (Gal.5:22-23). De gaven van de Geest zijn de werking van Gods kracht onder ons, in de Gemeente (Eph.1:19, 3:7). De Geest past toe wat in Christus is bewerkt en aanwezig (Eph.1:3, 19). De vrucht van de Geest is Gods karakter dat in ons groeit (Gal.5:22-23). Meervoud: de gaven van de Geest worden in het Lichaam verdeeld, niemand heeft ze alle zodat iedereen iedereen nodig heeft. Enkelvoud: In tegenstelling tot de vrucht van de Geest is het de bedoeling dat iedereen elke deelvrucht krijgt. Paulus pent over één vrucht met negen delen, maar over meerdere gaven, werkingen van krachten onder wie van Jezus zijn geworden.

Door de Geest van God verstaan wij de diepten van God, ontvangen wij inzicht in en snellen vooruit in de plannen van God, de agenda van God. "Wat geen oog heeft gezien, wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen die van Hem houden", schrijft Paulus, "God heeft het ons geopenbaard door de Heilige Geest" (1 Cor.2:9-10). Nadat Paulus ingaat op pastorale problemen en discipelschapsissues in 1 Corinthiers 3-14, wijdt Paulus in 1 Corinthiërs 15 uit over het evangelie en over Gods agenda die gaat van de eerste Adam naar de Laatste Adam, Jezus.

De Geest van God is de vinger van God waardoor Jezus de boze geesten uitdrijft en daarmee vestigt Hij het Koninkrijk van God (Luke 11:20).

De Geest van God schreef ons het Boek van God toen mannen van God onder Zijn inspiratie, zoals een zeilboot voortgedreven door de wind, die schreven en precies die woorden kozen die Hij hen ingaf en in de volgorde en met de syntax die Hij wilde. Wat zij penden was geen mechanisch dictaat, maar onder de inspiratie, ingeblazen door de Heilige Geest (2 Peter 1:20, 2 Tim.3:16).

De Geest van God is de vinger van God: Hij schrijft in ons de principes van God, de instructies en wetten van God en dat leidt onherroepelijk tot een transformatie door God (Rom.12:1-2). God die harten van steen verandert in harten van vlees, en de wetten van God, die eerst via op Mozes op stenen tafelen waren gepend, nu op de tafels van harten schrijft (Eze. 36:25-27).

De Geest van God is de Aanbiddingsleider van de hemel die desnoods het hele universum en mensen die door Hem gegrepen worden in ongeremde vurige lofprijs en aanbidding doet ontbranden. Hij zal Mij verheerlijken, zei Jezus in Johannes 16 (Joh.16:14). Dat zagen wij dan ook gebeuren toen Hij kwam met Pinksteren: de discipelen konden niet stoppen om over de grote daden Gods te spreken (Acts 2:11).

Misschien wel het belangrijkste en eerste dat de Geest van God doet is wie Hem ontvangen opnieuw geboren doen worden waardoor zij God hun Vader gaan noemen (Luke 11:2). Hij is de Geest van het zoonschap, van adoptie, waardoor wij roepen: Abba! Vader! (Rom.8:15, Gal.4:6). De Geest van adoptie verdrijft de geest van een wees, de orphan spirit.

Vóór al het andere dat Hij doet, geeft Hij je een nieuwe identiteit, die je door Hem gaat beleven. Je hoeft niet langer te vrezen omdat je God als Vader begint te ervaren en je thuis bent gekomen in het Vaderhuis (Luke 15, 1 Joh.4:13-17).

Onze aardse vaders hebben hun best gedaan of niet, maar deze Vader was altijd al onze bestemming. Ja, Hij is de Rechter die dingen rechtzet, meer dan dat Hij oordeelt, het Hebreeuwse beeld van een rechter. Maar Hij is allereerst de Vader, die Zijn verloren zonen om de nek vliegt, Zijn tranen van blijdschap en bewogenheid de vrije loop laat, Zijn armen om ons heen slaat, kust en toefluistert dat Hij onnoemelijk veel van ons houdt, vertelt de gelijkenis van de zonen ons in Lucas 15. Je kunt God niet meemaken als Rechter als je Hem niet eerst persoonlijk kent als een betrokken, beminnende Vader. Ja, Jezus is de Koning die zal regeren maar Hij is allereerst onze Broer in Gods Familie die ons wilde hebben en er alles voor deed ons thuis te krijgen. Ja, je bent geroepen voor een bestemming, een rol op het erf te vervullen, maar allereerst ben je een zoon of dochter aan de boezem van Vader God, geroepen aan de tafel van God in het Vaderhuis van God. Wat je doet komt uit wie je bent, je bent niet wat je doet. Je zult alles hebben, je erfenis, maar bent niet wat je hebt. Je kunt geen goede knecht zijn op Zijn erf als je je niet eerst een kind weet aan Vader Gods boezem.

Hij is een geweldige, goede Vader die ons af en toe over de knie legt als dat nodig is, maar ons vooral op Zijn knie houdt waar Hij ons koestert en ons influistert dat wij van Hem zijn, in de Zoon, en dat Hij Zijn mouwen opstroopt en het voor ons opneemt, zoals Hij altijd voor Israël deed en nog doet, Zijn eerstgeborene (Hosea 11, Ex.4:22, Jer.31:20).

Wij mogen om Hem bidden: Hij geeft Zijn Geest niet met mate, maar in volheid (Matt.11:13). De Vader geeft een goede, geschudde, overlopende maat (Luke 6:38).

De profetie van Joel in Joel 2:28-32 zag een eerste vervulling in Handelingen 2, toen de apostelen en aanwezigen vervuld werden met de Heilige Geest en in tongen spraken. Die dag kwam Hij als een windvlaag in het huis waar zij waren en vertoonden zich tongen van vuur op hen (Hand.2:1). Hij is de Vlam en zet mensen in vuur en vlam voor Jezus, zien wij die dag in Handelingen en in de rest van het boek.

Maar wij verwachten nog een laatste vervulling, komst van de Heilige Geest, wanneer Vader God Hem uitstort over heel Israel. Niet alle tekenen waar Joel over sprak, waren er die Pinksterdag in Handelingen 2: de astronomische tekenen waren er niet en niet heel Israel werd door Hem gegrepen. Dat gaat nog komen.

Daarover sprak Zacharia in Zacharia 12:10-13 toen hij voorzegde dat God de Geest der genade uit zal gieten over het huis van Juda, het Joodse volk, en zij hun Messias, Yeshua, zullen erkennen. "Zij zullen over Hem weeklagen, rouwen, als over een eerstgeborene. Zij zullen Hem zien die zij doorstoken hebben", staat er.

Ook Johannes zag dat en verwachtte dat. Hij schreef erover in zijn boek, de Apocalyps, Openbaring: In Opb.1:7 herhaalt hij Zacharia's profetie.

Vandaag de dag zien wij hoe de Heilige Geest over de aarde blaast, of moet ik zeggen raast?, in elk geval gaat, en velen aan Vader Gods boezem drukt. Onder de moslims dromen velen over Jezus door Hem en komen tot geloof. In Afrika, Azië en Zuid-Amerika beweegt Hij machtig. De kerkgeschiedenis getuigt van Zijn herhaalde komst in de opwekkingen die er zijn geweest en Hij zal opnieuw en opnieuw komen naarmate de ontknoping van de wereldgeschiedenis nadert om Christus' Kerk te bekrachtigen in haar getuigenis tot het einde toe.

Ja. Jezus maakte heel duidelijk voor Hij vertrok naar de Vader in Zijn hemelvaart, dat de apostelen en discipelen van het eerste uur op Hem moesten wachten voor zij aan de gang gingen in Gods missie om het evangelie naar de volkeren te brengen. Jezus zei tegen hen dat zij in Jeruzalem moesten blijven en wachten tot Hij kwam. Zij zouden vervuld worden met de Heilige Geest: "Maar jullie zullen kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over jullie komt, en jullie zullen Mijn getuigen zijn in Jeruzalem, in Judea en Samaria en tot de uiteinden van de aarde" (Hand.1:8). De Heilige Geest is nodig om bovennatuurlijke bekwaamheid, kracht te ontvangen om van Jezus te getuigen en dat zullen wij doen tot aan het einde, tot het evangelie naar de uiteinden van de aarde is gebracht (Matt.24:14).

Zonder Hem zullen wij niet slagen in de Missio Dei, Gods zending om alle onbeperkte volkeren te vertellen van de verzoening die mogelijk is in Jezus.

Paulus schreef dan ook: "Wordt vervuld met de Heilige Geest" (Efz.5:18). Over de uitwerking ervan schreef hij gelijk ook: "En spreekt onder elkaar in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubel de Here van hart, dankt continu in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles, en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus" (5:19). Wanneer Hij komt, de Heilige Geest, dan zet Hij mensen in vuur en vlam en lofprijs is een van de allereerste uitingen van Hem. Dat niet alleen: de Heilige Geest bevordert de relaties en eenheid van de gemeente. Waar Hij komt verdwijnt de onenigheid en verdeeldheid en groeit de gemeenschap van de heiligen in heiligheid.

(1) Door van je gedrevenheid af te komen. God past niet in je tent (Joh.17:1. Je kunt Hem niet dwingen. Hij laat Zich niet vangen. Vang wat wind. Net zo min als dat je de wind kunt vangen in je schuur, doet Hij niet wat jíj wil maar waar de Vader op uit is. Gedrevenheid is misschien wel een van Zijn ergste vijanden naast zonde. Maar als je je beschikbaar stelt voor de glorie, eer en bedoelingen van God, zoals Jesaja deed (Hier ben ik, zend mij; Isai.6), dan kun je er zeker van zijn dat Hij je graag neemt en overrompelt. Ik voorspel je dat je leven daarna nooit meer hetzelfde zal zijn en dat Hij je zal leiden naar waar je zelf misschien niet wil komen maar waar God je kan gebruiken. Op het altaar van God brandt het vuur van de Geest van God. Overgave aan Hem is waar het allemaal begint. Hij ontwapent iedereen die door Hem genomen wordt.

(2) Door van je zonde af te komen, met alle kwaad af te rekenen. Paulus pent dat aan de Efeziers in hoofdstuk 4: 30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. 31 Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en gevloek worde uit uw midden gebannen, evenals alle kwaadaardigheid. 32 Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.

Stop met roddelen, met smaad, met jaloersheid, met verkeerde begeerten. De context rond Efz.4:30 is nuttig om eens te lezen. Het hoofdstuk gaat van reinheid naar heiligheid: rein worden is afgelegen wat je voorheen was, wat niet goed is, heiligheid komt daarna: aandoen wat goddelijk is, waar je in groeit. Waar moet je vanaf? Waarin mag je groeien?

(3) Door Hem steeds opnieuw uit te nodigen. 'Kom, Heilige Geest. Grijp mij van binnen en van buiten!' Paulus moedigt daartoe aan wanneer hij aan de Thessalonicenzen schrijft: "Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieën niet..." Met andere woorden: Blijf Hem verwelkomen. Laat je steeds door Hem omarmen. Er zijn fireligters en firefighters. Welke wil je zijn. Je kunt er zeker van zijn dat als je elke dag bidt: Heilige Geest omarm mij, vul mij, kom!, dat Hij reageert. Vroeg of laat. Hij wil iedereen vullen en vangen die Hem wil.

Efeziers 5:18 En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest!

(1) Als je Zijn vrucht voortbrengt, de effecten van Zijn aanwezigheid in je leven zichtbaar zijn en worden. Karakter komt voor kracht want de belangrijkste vrucht is goddelijk karakter, de vrucht van Geest in Gal.5:22-23: Liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, goedheid, trouw en zelfbeheersing. Er is 1 vrucht en die bestaat uit 9 delen. De een komt met de ander en de eerste is agape, Gods liefde, liefde uit de hemel die de mens zelf niet bezit (1Cor.13).

Vrucht groeit langzaam en moet je oefenen (1Tim.4:7).

(2) Wanneer je Zijn gaven werkt. Die worden beschreven in 1Cor.12:28, Rom.12:6-8, Eph.4:11-12. Heel 1Corinthiers 12-14 gaan over de gaven van de Geest.

In tegenstelling tot de vrucht zijn er meerdere gaven en niet iedereen heeft ze allemaal. De gaven zijn aan het Lichaam van Christus gegeven zodat wij elkaar nodig hebben.

De vrucht van de Geest, goddelijk karakter, is het visitekaartje dat je afgeeft wanneer je uitstapt in de gaven van de Geest, goddelijke kracht.

(3) Wanneer je verklaart dat Jezus Heer is: Daarom maak ik u bekend, dat niemand, door de Geest Gods sprekende, zegt: Vervloekt is Jezus; en dat niemand kan zeggen: Jezus is Here, dan door de heilige Geest (1Co 12:3 NBG).

Zelf zeg ik liever niet dat je de Geest hebt want de vraag van God is of Hij jou heeft. Het gaat er niet om hoeveel zalving je hebt maar hoeveel van jou door Zijn zalving is genomen. Dat vraagt om overgave: alles weg te geven op het altaar waar je van je controle en je trots af komt en voor de Allerhoogste in vlammen opgaat. De indruk die ik steeds krijg wanneer ik de bijbel lees is dat mannen van God gegrepen worden voor de plannen van God maar geen enkele grip hebben op het handelen van God. Het enige dat zij kunnen doen is zich overgeven aan God.