Waarom Israël? Gods aorta van zegen.

"Als sommigen ontrouw zijn geworden, zal dan hun ontrouw de trouw van God tenietdoen? Volstrekt niet!" (Rom. 3:3-4) Paulus gebruikt hier in het Grieks zijn typisch Paulinische krachtterm "mé genoito": "absoluut niet, in geen velden of wegen, never nooit niet, forget about it." Als Israël Gods oogappel is, volgens Zacharia 2:8, zou Hij met Yeshua's komst Zijn oog uit hebben gedaan? God is niet hopelessly devoted to Israël: Hij is niet hopeless en nog altijd devoted. Hun volheid komt, schrijft Paulus.

Klik hieronder voor de FAQ antwoorden. Door op + of - te klikken verschijnen of verdwijnen alle antwoorden in één muisklik.
 
Open AllClose All

Is het uit tussen God en Israël of is God op Israël uit?
Eens in de zoveel tijd laait er discussie op tussen twee gedachtescholen over Gods relatie met Israël. Sommigen stellen dat het uit is tussen God en Israël, anderen dat God nog altijd op Israël uit is. Velen zien in de terugkeer van het Joodse volk, de wederoprichting van de Staat Israël in 1948, de herovering van Jeruzalem in 1967 en de mislukking van de Yom Kippoer oorlog in 1973, de vervulling van profetische beloften in de Tenach zoals Isaiah 40-66 (Isai. 66:8), Ezekiel 37-48, Jeremiah 31-32, Zephaniah 3 en zoveel teksten dat ze teveel zijn om op te noemen.

Slaat God opnieuw Zijn armen om Israël heen? Kun je de werkelijkheid na 2000 jaar Jodenvervolging ontkennen? Wordt het "totdat" van Lucas 21:24 (Luke 21:24) vervuld? Fluit God hen tot Zich (Zech.10:8)? Is God in ijver ontbrand voor Sion om daar terug te keren en binnen Jeruzalem te wonen, de Stad van trouw, de Berg van de heerlijkheid (Zech.8:2-3)? De pleinen lopen weer vol met oude mannen en vrouwen en jongens en meisjes die daar spelen (Zech.8:4)! Verlost God Zijn volk van het land van de opgang en uit dat van de ondergang van de zon? En brengt Hij hen terug om binnen Jeruzalem te wonen? Dan zullen zij Zijn volk zijn en Hij hun God (Zech.8:8). Dan zullen 10 mannen uit de volkeren de slip van (de mantel van) een Joodse man vastgrijpen en zeggen dat zij met hem willen gaan omdat zij hebben gehoord, dat God met hem is" (Zech.8:23). Jeruzalem zal voor de volkeren een steen zijn die niet te tillen is (Zach.12:3), een schaal van bedwelming voor alle volkeren (Zech.12:2). Wie kan tegen haar op, als God Zich daar ontfermt, Zijn sterke Arm laat zien, Zijn mouwen voor haar opstroopt, de Stad Gods (Matt.5:35)? Anderen zeggen dat het Nieuwe Testament niks over het herstel van Israël te zeggen heeft.

Aan de wortel ligt ons begrip van de bijbel en de invloed van de eeuwenoude vervangingstheologie op onze Koninkrijktheologie. Heeft God nog een speciale band en bedoeling met Israël in Zijn heilsplan, denk je? Is de Gemeente het nieuwe volk van God? Waarom denk je wat je erover denkt? Kun je het onderbouwen vanuit de Schrift? In elk geval kun je nooit zeggen dat je niks met Israël hebt en zouden wij het Oude Testament weer gewoon de Tenach moeten noemen zoals het Joodse volk het ons gaf, en hun volgorde van de boeken weer aan moeten houden zodat wij die begrijpen.

image







Romeinen 11:1-2a en Gods agenda
Vijfentwintig jaar na het ontstaan van het de Gemeente, het Lichaam van Christus, noemt Paulus Israël nog steeds Gods volk wanneer hij aan de Romeinen pent: "Ik vraag dan: God heeft toch niet Zijn volk verstoten? Volstrekt niet. Ik ben immers zelf een Israëliet, uit Abrahams zaak, uit de stam Benjamin. God heeft zijn volk niet verstoten, dat Hij tevoren gekend heeft." (Rom 11:1-2a NBG).

Paulus noemt Israël hier nog altijd Gods volk wanneer hij "Zijn volk" pent. En dat doet hij bovendien tweemaal: hij herhaalt het om nadruk te leggen. Dat God Israel niet verstoten heeft, pent Paulus in heel zijn Romeinenbrief wanneer hij zijn argument onderbouwt dat God trouw is aan wat Hij begon, aan de volkeren en aan Israel, ondanks menselijk falen, dat van de volkeren, van ons allemaal, dus ook van Israel (Rom.3:3).

Hij heeft Israël niet verstoten, er is iets anders aan de gang, pent Paulus vervolgens. Gods heil is eerst over de grenzen van Israël de natiën ingegaan (Rom.11:11). God wilde ook de volkeren erbij hebben voor Hij terugkeert naar Israël Zijn oogappel en hen aan Zijn boezem trekt (Rom.11:25-32) ten tijde van Zijn terugkomst (Matt.24:14, Matt.24:31), de tijd van de opstanding van de rechtvaardigen (Rom.11:15). De apostelen hadden het erover in de Apostolische Raad: God is eerst de natiën ingegaan want Hij "is er van meet af aan op bedacht geweest voor Zich een volk te vergaderen uit de volkeren. Daarna zal Ik wederkeren en de vervallen hut van David weer opbouwen" (Acts 15:14-17, Amos 9:11-15). De wederoprichting van alle dingen omhelst ook het herstel van Israel (Acts 3:21). Jezus is de hoop van Israel waarom ik terechtsta, zei Paulus: Hij is Israels hoop omdat Hij de Koning is die blijft, Die opstond uit de dood (Act 28`;20) terwijl alle eerdere koningen in hun graf liggen, ook David (Acts 2:29).

Het evangelie was altijd "voor de Jood eerst, en ook voor de Griek" (Rom.1:16). Dat is niet veranderd. Zij waren de eersten, zijn nu de laatsten, maar zullen weer de eersten zijn (Matt.19:30, Isai.19:24-25)? Zíj zijn de eerste erfgenamen van het Koninkrijk, degenen die Hem liefhadden vanaf het begin dat zij uit Egypte geroepen werden (Jak.2:5). Zij zijn het volk dat de vruchten ervan op zal brengen (Matt.21:43). Van hen zijn de vaderen, wetgeving, verbonden (Rom.9:1-3). Zeker, God heeft hen niet verstoten (Rom.11:1). Hij is uit op hun volheid (Rom.11:25-32).

Maar de volkeren zijn welkom in Israël om met Israel de God van Abraham, Izaäk en Jakob te dienen (Rom.15:8-11). Loof de Here alle volkeren, prijs Hem alle natiën (Psalm 117)! De Here is de God van Israel, Die Zich kenbaar maakte als de God van Abraham, Izaak en Jakob (Ex.3:6). Wij, uit de heidenen, de volkeren, worden als wilde takken tussen hén ingeënt, zij niet tussen ons in (Rom.11:17-24). Je kunt niet om Israël heen, het volk dat God Zich verkoren heeft en dat Hij uit Egypte haalde (Ex.19). De beloften worden vervuld in Jezus (Rom.15:8, Matt.5:17-18, 2Cor.1:20).

Het is interessant dat Paulus in vers 2 pent, "dat Hij tevoren gekend heeft". Daarmee pakt hij het thema weer op van Romeinen 8:29 waar hij had geschreven: "Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen;". Wie zijn degenen die Hij tevoren gekend heeft? Velen vullen hun eigen naam hier in, maar in de flow of argument dat Paulus opbouwt in zijn brief gaat het over wie uit Abraham zijn zoals hij, de Israëlieten. Zij waren inderdaad tevoren gekend toen God met Abraham Zijn verlossing van de wereld begon, en God hen voor ogen zag toen Hij in Genesis 12 zei dat uit Abraham een groot volk zou komen, ook was zijn vrouw Sarai onvruchtbaar (Gen.11:30).

image







Israël: het wonder van God. Maar waarom?
Genesis: Het verhaal van Abram begon eigenlijk niet met Abram in Genesis 12:1 maar met Sarai een paar verzen eerder in Genesis 11:30. Het begint met een onmogelijkheid: Sarai was onvruchtbaar terwijl God in Genesis 12:1-3 aan Abram, haar man, een groot volk belooft als nageslacht. God begint met een onmogelijkheid en Abram moest ervan hebben geweten. Later in het verhaal lachen zij beiden wanneer God Zijn belofte aan hen herhaalt.

"Maar God kiest niet wie bekwaam is, Hij bekwaamt wie Hij kiest". Dat is het verhaal van de bijbel. God werkt met onmogelijkheden om zo Zijn maximale eer te behalen, door Zijn kracht te laten zien wanneer mensen opgeven en falen, en zelf niet meer verder kunnen. Juist wanneer alles stopt, komt Hij op het toneel en laat Zich zien. God maakt Zijn belofte waar, want bij Hem is niets onmogelijk. Wat begint met een onmogelijkheid, Sarai's onvruchtbaarheid, zal uitlopen op een goddelijke mogelijkheid: de geboorte van Izaak, de zoon van de belofte, een heel volk door wie God Zijn zegen wereldwijd verspreidt, en uiteindelijk ons Yeshua, Jezus, de Zoon van de belofte van de Vader zelf, aan de wereld geeft (Gal.4:4), de ultieme Zoon van Israël (Opb.22:16).

Hetzelfde herhaalt zich een 2e keer bij Abrahams zoon: Izaak bidt vurig dat Rebekka, die zoals haar schoonmoeder Sarai onvruchtbaar is, zwanger zal worden, en het gebeurt (Genesis 25:21).

Voilá! God heeft 2x een wonder gedaan om Zijn volk Israël hier te krijgen en Hij beschouwt het dan ook als Zijn eigen kind, Zijn na'ar (Hosae 11:1), Zijn eerstgeborene (Ex.4:22). Als de Farao en Egyptenaren voor Hem niet willen buigen, gaat God zo ver dat Hij met al hun eerstgeborenen afrekent om Zijn eigen eerstgeborene te krijgen en hem uit Egypte weg te halen om hem te hebben voor Zichzelf in wat eens het Paradijs was, Jeruzalem en het Beloofde Land, het Heilige Land Israël/Kanaän dat Hij gehuwd heeft (Jes.62:4). God heeft er alles aan gedaan om Zijn zoon te krijgen. Zou de Vader Zijn zoon ooit onterven, van het erf wegsturen, als Hij er zoveel moeite voor heeft gedaan om het op de wereld te krijgen en bij Zichzelf? (Lucas 15:11-32)?

Hier komt een geloofshint in de bijbelse tekst: God werkt vanuit onmogelijkheden om Zijn mogelijkheden te bewerken en zo als enige de eer te halen. En, als Hij met een onmogelijkheid begint en iets mogelijk maakt, dan zal Hij het dan ook afmaken! Zo is Hij! Daarom zal Hij altijd trouw aan Israël blijven. Al zijn zij, zoals wij, ontrouw, God blijft hen trouw en maakt af wat Hij begon (Rom.3:3). Geeft het voorbeeld van Gods omgang met Israël vertrouwen voor ons eigen leven? Hij zal afmaken wat Hij begon, pent Paulus aan de Filippenzen: "Hij die in jullie een goed werk is begonnen zal het afmaken tot op de dag van Christus" (Fil.1:6). Dat doet mij denken aan een spreuk die was geborduurd en op een bordje terecht was gekomen dat bij ons in de hal bij de voordeur in ons huis in Bennebroek hing in mijn tienerjaren: "Be patient, God isn't finished with me yet".

image







De Power van Pesach? Israëls wedergeboorte
Exodus: Nadat God Zijn belofte aan Abram waarmaakt met de vermenigvuldiging van Abraham's nageslacht in Egypte en Jakobs 12 zonen tot 12 stammen uitgroeien groter dan de Egyptenaren kunnen aanzien, komt er verdrukking. Maar dan blijkt de power van Pesach: het volk wordt opnieuw geboren met Pesach in de nacht dat God door Egypte trekt en op de dag van verlossing en de Uittocht daarna en de verbondssluiting bij de Sinaï in Exodus 19. God slaat die nacht de eerstgeborenen van Egypte om Zijn eerstgeborene uit Egypte te halen (Exodus 12, 4:22-23). God doet wonderen om Zijn volk te overtuigen dat Hij hun Vader is, hun alles (Jer.31:32, Hosea 11).

"Toen Israël nog maar een kind was, heb Ik het liefgehad. Uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen", klinkt het eeuwen later in Hosea 11:1 om aan die Pesach-nacht terug te denken. Die tekst gaat over Israël van toen en nu, en profetisch over Jezus, de Messias tegelijk (Matt.2:15). Yeshua is onlosmakelijk met Israël verbonden, kun je wel zeggen. Israël wijst naar Hem en Pesach ook: Hij is het finale Pesachlam, pent Paulus onverschrokken (1 Cor.5:7) en riep Johannes ongeremd (Joh.1:29).

Dat kun je nou gerust de Power van Pesach noemen: Pesach is de 10e Nisan en het ware begin van een nieuw begin in Israël en van het nieuwe jaar (niet Rosh Hashanah, het maatschappelijke Joods Nieuwjaar op de 1e Tisjri, in het najaar). Maar Pesach is profetisch: Zo ook wordt een ieder die zich met Jezus verbindt opnieuw geboren door Zijn Kruis en Opstanding op het ultieme Pesach en begint Hij met hen een nieuw begin.

image







Waarom Israël? Zo'n 14 redenen.
#1 Jezus is een Jood, een zoon van Israël, uit de stam Juda (Matt.1:1-17, Ruth 4). Hij is niet de universele Godmens met blauwe ogen, maar de semitische Joods Godmens met donkere ogen. Hij is geen Ariër en geen Palestijn en Hij kwam niet in Rome maar in Bethlehem en deed Zijn grootste werk in Jeruzalem. Hij is uit de stam Juda en Zijn incarnatie is eeuwig, blijvend.

Laten wij bedenken dat het een Jood is die voor de verzoening van de volkeren betaalde. Het was een Jood die stierf aan het Kruis, die werd gelegd in een graf, die opstond uit de dood en Zijn opstandingslichaam de hemel mee innam waaruit Hij als de Zoon des Mensen zal komen in de wolken zometeen (Daniël 7:13).

"Want het heil, de zaligheid, is uit de Joden" (Joh.4:22). "...uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen." Yeshua is een zoon van Israël als Zoon van God, de zoon van David (Matt.1:1-17, Matt.9:27, 21:9, Rom.1:3, e.a.) en tegelijk de Wortel van Isaï (Jes.11:10, Ruth 4, Rom.15:12) en Hij koos ervoor om niet als Nederlander te komen.

Is Hij de Jozef die eerst de volkeren van graan voorzag in Egypte in Gen.41:56-57, voor die zijn eigen familie voorzag om te voorkomen dat zij van de honger om zouden komen vanaf Genesis 42? Dan is er een profetisch patroon in Jozef te vinden: De volkeren zullen eerst deel verkrijgen aan de zaligheid, waar Paulus over uitweidt in Romeinen 11, voor God Zich ontfermt over Jakob.

En: Wacht de kleine Benjamin, Israël, dan op zijn grotere broer Jozef, Yeshua, om Hem weer te ontmoeten? Wat een reünie zal dat zijn en hoeveel tranen zullen er dan vloeien!

Het is een Jood die in de hemelen voor ons pleit (Heb.7:25). Telkens wanneer de Vader naar Jezus kijkt, dan ziet Hij Zijn Zoon in een Joods opstandingslichaam en wordt Hij aan Israël herinnerd. De hogepriester uit de Tenach herinnerde God aan de twaalf stammen met de twaalf edelstenen op zijn borst en 1x per jaar op Yom Kippoer verscheen hij voor Hem (Lev.16). Maar deze Hogepriester herinnert Hem voortdurend in de hemelen.

#2 Jeruzalem: Hij verscheen in Israël en stierf en stond op in Jeruzalem waar Hij zal verschijnen op de Olijfberg om Zijn troon, de Troon van David te nemen (Lucas 1:32-33, Zach.14:4, Jes.9:5-6, 2 Samuel 7:12-16, Psalm 2).

Er komt een hemels Jeruzalem naar beneden, geen hemelse Rome (Openbaring 21, Zefanja 3). En Zijn voeten zullen niet staan op de Sint Pieter maar op de Olijfberg (Zach.14:4)

Jeruzalem: Waar Abram Melchisedek ontmoette in Genesis 14, waar hij Izaak teruggaf aan God op Moria in Genesis 22 en nu de Gouden Rotskoepel staat, waar David regeerde, grond kocht van de Jebusiet Arauna voor de latere bouw van de Tempel van Salomo (2 Samuel 24), waar Jezus onze verzoening betaalde, waar het Paradijs was voor de zondvloed (de bron waar de vier rivieren volgens Genesis 2 uitkwamen, de Tigris, Euffraat, en 2 rivieren die de Nijl vormen). Waar anders?

De Bruid: Yeshua komt en het hemelse Jeruzalem komt ook, dat de Bruid van het Lam is (Opb.21:9), waar Israël en de Gemeente samenkomen: De 12 fundamenten van haar poorten zijn de 12 apostelen en op de poorten staan de namen van de 12 stammen van Israël (Opb.21:12, 14).

De gemeente is niet de Bruid, wat velen vanwege Efz.5:22-32 veronderstellen, het hemelse Jeruzalem is dat volgens de laatste bladzijde van de bijbel (Opb.21:2, lees vers 9!). De 1e Eva werd aan de 1e Adam gegeven, als rib uit zijn zijde genomen, de laatste Adam betaalde de bruidsschat voor de laatste Eva, het hemelse Jeruzalem, waar Hij voor stierf toen bloed uit Zijn zijde stroomde aan het Kruis door de speer waarmee Hij gestoken werd op Golgotha in: Jeruzalem (Joh.19:34). Ben je er een inwoner van, ingeschreven in de hemelse burgerlijke stand door je wedergeboorte?

Lees ook: "De werkelijkheid heeft ons ingehaald" verderop.

#3 Het Nieuwe Verbond: Het Nieuwe Verbond is niet met ons gesloten maar met het huis van Israël en het huis van Juda (Jer.31:31-34, Eze.36:25-27, Hebreeën 8:9-13). De gelovigen uit de goyim, de volkeren, mogen deelnemen aan wat God middels Yeshua in Israël instelde. Hoe kun je ooit een Verbond begrijpen als je niks met je Hebreeuwse wortels hebt?

Het Avondmaal is een Joods begrip zoals het Verbondsidee het is.

#4: De aloude edele olijf: God is geen hele nieuwe boom begonnen toen Yeshua kwam maar doorgegaan met de edele oude stam, waarop de heidenen als wilde takken zijn ingeënt. Jezus kwam ook niet om de beloften aan de vaderen op te heffen maar om ze te bevestigen (Rom.15:8) en in Hem zijn ze allemaal ja en amen (2 Cor.1:20). Hij kwam ook niet om de Wet en Profeten te ontbinden maar om ze aan te vullen (pleeroo, Matt.5:17-18) en vervullen als erfgenaam van alles, inclusief de volkeren (Psalm 2).

#5: Het Joods fundament van de Gemeente: Het hele fundament van de Gemeente, die eeuwenlang de vervangingstheologie aan heeft gehangen, de apostelen en profeten (Efz.2:20), is uit Israël. Jezus was een Jood en zo waren de Twaalf allemaal uit Israël.

Als God opnieuw had willen beginnen in plaats van door te gaan met wat Hij in Genesis 12 was begonnen met Abraham om de verlossing van de wereld te bewerken, waarom had Hij dan niet ook een paar niet-besnedenen in Zijn fundament van de Gemeente gekozen? Het antwoord daarop is simpel: Omdat Hij niet opnieuw is begonnen maar door is gegaan en de Gemeente Israël niet vervangt maar op hem voortborduurt tot aan de ontknoping van de wereldgeschiedenis, wanneer God heel Israël weer aan Zijn boezem trekt (oa. Rom.11:25-27).

#6: Het evangelie heeft enkel Hebreeuwse sappige wortels: Het evangelie is Joods. Alle feesten zijn het. Het is voor de Jood eerst.

De Hebreeuwse wortels van ons geloof zijn onmiskenbaar en wie ze afkapt begrijpt het evangelie en de bijbel niet. Paulus pende dat aan de gelovigen in Rome: "...immers, zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften: hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen." (Rom 9:4-5 NBG)

Hij pende daarna ook: "Indien nu enkele van de takken weggebroken zijn en gij als wilde loot daartussen geënt zijt en aan de saprijke wortel van de olijf deel hebt gekregen, beroem u dan niet tegen de takken! Indien gij u ertegen beroemt - niet gíj draagt de wortel, maar de wortel ú" (Rom 11:17-18 NBG).

Wij, gelovigen uit de goyim, de volkeren, zijn op hun stam geënt, de geloofsgemeenschap van Israël, en slurpen van de sappen van de wortel: Yeshua is die Wortel (Jes.11:10).

Kap de Hebreeuwse wortels af en je krijgt een dorre boom, geestelijk leven en kerk.

Jezus vervulde Pesach als het ware finale PesachLam (1 Cor.5:7, Joh.1:29, Opb.5). Hij vervulde Yom Ha Bikkoerim toen Hij als eerste opstond uit de dood: Hij was de eersteling aan God aangeboden die Dag (1 Cor.15:20). Hij vervulde Shavoe'ot, ons Pinksteren, het Oogstfeest toen de Geest van God werd gegeven om de Wet van God in mensen in hun innerlijk te schrijven (Eze.36:25-27, Joel 2:28-32). En Hij vervult Sukkot, wanneer levend water uit je binnenste stroomt omdat je gelooft (Joh.7:37) zoals Sukkot dagelijks viert en op de 7e dag compleet. Zijn Wederkomst brengt de nieuwe werkelijkheid waar Sukkot naar uitkijkt. Met de Israëlieten, geënt tussen hen in in de edele lofij, zijn ook wij tijdelijke pelgrims op doorreis zijn naar het ware Beloofde Land, de nieuwe wereld waar God op uit is wanneer het Koninkrijk des hemels naar beneden komt (Matt.3:2, 4:17, 10:1-6, Heb.11, Opb.20-22). Wij zullen dan met hen Sukkot vieren zoals wij nu al met hen uitkijken naar de voltooiing van de wereldgeschiedenis.

Wij hadden onze K4 niet gehad als Israël er niet was geweest en is: Kribbe, Kruis, Kroning, Kracht.

#7: De bijbel is uit Israël, een Hebreeuws boek: De bijbel is Hebreeuws, Joods, geschreven in Israël door allemaal Israëli's en Joden, en zonder Israël te kennen kun je het niet goed begrijpen. Je bijbel is een boek dat je niet met een Griekse bril op moet lezen maar met een Hebreeuwse.

Paulus pende dat al in Romeinen 9:3-4 "3 Want zelf zou ik wel wensen van Christus verbannen te zijn ten behoeve van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees; 4 immers, zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften: 5 hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen." (Rom 9:3-5 NBG) Als je zegt dat je niks met Israël hebt, doe dan je bijbel dicht.

#8: Niet verstoten: Zo'n vijentwintig jaar na de geboorte van de gemeente met de uitstorting van de Heilige Geest in Handelingen 2 noemt Paulus Israël nog steeds Gods volk in Romeinen 11:1-2a wanneer hij zijn epistel pent aan de gelovigen in Rome.

Wanneer hij een uitstapje maakt na in hoofdstuk 8 zijn slotpleidooi en conclusie te hebben getrokken waarom er in Christus geen veroordeling is en waar het allemaal naartoe gaat, pent Paulus Romeinen 9-11 over Gods agenda met Israël. In 11:1 schrijft hij vervolgens: "Ik vraag dan: God heeft zijn volk toch niet verstoten? Volstrekt niet! Ik ben immers zelf een Israëliet, uit het nageslacht van Abraham, van de stam Benjamin. God heeft zijn volk niet verstoten, dat Hij tevoren gekend heeft (Rom 11:1-2 NBG).

Valt je iets op in de tekst, als je er als een detective naar kijkt? Tweemaal noemt Paulus Israël Gods volk wanneer hij "Zijn volk" schrijft. Vervolgens schrijft hij ook nog dat God Israël volstrekt niet verstoten heeft.

Kijk maar naar mij, zegt hij ook nog. Hij greep mij, Zijn verschrikkelijkste tegenstander uit de kleinste stam, Benjamin die wacht op zijn grote broer Jozef, Yeshua. Als Hij mij greep terwijl ik bezig was Hem achterna te zitten en vervolgen, dan heeft Hij Zijn volk niet verstoten.

In deze tijd is er een overblijfsel zoals in de dagen van Elia, schrijft Paulus erachteraan (11:2b-5 ). En wanneer de volkeren binnen zijn gegaan doordat zij struikelden in ongeloof (11:11-13, 11:20), dan zal Hij Zijn geloof over hen uitgieten (11:23) en heel Israel aan Zijn boezem trekken (11:25-27). Hij is altijd op hen uit geweest. Zij zijn altijd nog geliefden vanwege de vaderen naar Zijn keuze voor hen (11:28-29), ook zijn zij nu naar het evangelie vijanden vanwege jullie (behoud; 11:28a).

"Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis: een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat,...". (Rom. 11:25 NBG)

"Want God heeft hen allen onder ongehoorzaamheid besloten, om Zich over hen allen te ontfermen". (Rom. 11:32 NBG).

Hun Verlosser zal uit Sion komen (11:26, lees ook Jes.59:20)! Israël wordt door de HERE verlost met een eeuwige verlossing; gij zult noch beschaamd staan noch te schande worden in alle eeuwigheid (Jes. 45:17).

#9: De werkelijkheid heeft ons ingehaald (Lucas 21:24): Een tekst die mij geholpen heeft Gods agenda met Jeruzalem te begrijpen, naast Romeinen 11 dat met heel Israël, is Lucas 21:24. Daar voorspelde Jezus dat "Jeruzalem door de heidenen vertrapt zou worden totdat de tijden van de heidenen zijn vervuld". Is dat nu? Sinds de Romeinen in 70 AD onder de furie van generaal Titus Jeruzalem in de as legden en de Tempel verwoestten, de parel van Israël, is de Stad onder heidens bestuur geweest en meermaals onder de voet gelopen.

Maar de werkelijkheid heeft ons ingehaald: Sinds 1948 en 1967 is er een keer in haar lot gekomen en in dat van het Joodse volk: de Stad wordt hersteld en herbouwd! Het is weer bijna helemaal van Israël, ook al is het oostelijk deel nog in de problemen onder Arabische invloed. Is dat herstel van God? Wie kan dat ontkennen na het 2000 jaar voor onmogelijk te hebben gehouden? "Kan een natie in een dag geboren worden?", sprak de profeet Jesaja (66:8)? Bij God kan het, zei hij. Er waren nauwelijks barensweeën of Sion baarde haar kinderen, herhaalt de profeet meerdere keren om nadruk te leggen en je aandacht als lezer te vangen (66:7-8).

Slaat God opnieuw Zijn armen om Israël heen? Kun je de werkelijkheid na 2000 jaar diaspora en shoah, Jodenvervolging, ontkennen? Wordt het "totdat" van Lucas 21:24 vervuld? Fluit God hen tot Zich (Zach.10:8)? Is God in ijver ontbrand voor Sion om daar terug te keren en binnen Jeruzalem te wonen, de Stad van trouw, de Berg van de heerlijkheid (Zach.8:2-3)? De pleinen lopen weer vol met oude mannen en vrouwen en met jongens en meisjes die daar spelen (Zach.8:4)! Verlost God Zijn volk van het land van de opgang en uit dat van de ondergang van de zon? En brengt Hij hen terug om binnen Jeruzalem te wonen? Dan zullen zij Zijn volk zijn en Hij hun God (Zach.8:8). Dan zullen 10 mannen uit de volkeren en van allerlei talen de slip van (de mantel van) een Joodse man vastgrijpen en zeggen dat zij met hem willen gaan omdat zij hebben gehoord, dat God met hem is" (Zach.8:23). Jeruzalem zal voor de volkeren een steen zijn die niet te tillen is (Zach.12:3), een schaal van bedwelming voor alle volkeren (Zach.12:2). Wie kan tegen haar op, als het de Stad van God is?

Wordt Ezechiël 37 voor onze ogen vervuld? Jeremia 31, Jesaja 54, Jesaja 43, ...? Dan zal de vervallen hut van David weer opgericht worden nu de volkeren van de zaligheid gehoord hebben (Amos 9:11-15, Handelingen 15:14-18, 1:5-6, Mattheus 19:28).

Als dit waar is, dan zijn de tijden van de heidenen vervuld en is de Wederkomst nabij.

#10: Israëls Tora werd de bron van alle beschaving: Naast dat Yeshua, Jezus, de ultieme zegen van Abraham in de wereld is geworden en dat nog meer zal gaan zijn wanneer Hij wederkomt, heeft Israël ons aan de beschaving geholpen die wij vandaag hebben met de Tora, hun wetgeving van Mozes. Begrippen als gelijkheid, rechtvaardigheid en broederschap maar ook zorg voor weduwen, wezen, armen en vreemdelingen, en het gezinsleven, respect voor ouderen en opvoeding van jongeren, komen uit de Tora: de eerste 5 boeken uit de bijbel.

Dat niet alleen, Israel maakte ons bekend met de ene ware God, de God van Abraham, Izaäk en Jakob, en vertelde ons waar wij vandaan zijn gekomen, niet bij toeval maar met goddelijke opzet, en wat Gods plan en bedoeling was met het universum en met ons. Dat lees je in Genesis 1 en 2. Bovendien vertelt Israel ons waarom de dingen vandaag zo zijn zoals ze zijn: omdat het misging. Dat lees je in Genesis 3.

#11: Israël vertelt ons waar alles vandaan komt: Israel maakte onze ons niet alleen bekend met de ene ware God, de God van Abraham, Izaäk en Jakob, maar vertelde ons waar wij vandaan zijn gekomen, niet bij toeval maar met goddelijke opzet, en wat Gods plan en bedoeling was met het universum en met ons. Dat lees je in Genesis 1 en 2. Bovendien vertelt Israel ons waarom de dingen vandaag zo zijn zoals ze zijn: omdat het misging. Dat lees je in Genesis 3.

#12: Israël maakte ons bekend met de enige waarachtige God: Israël bracht ons de openbaring terug van de enige, ware, en waarachtige God, de Schepper van het heelal, Die zich bekendmaakte als de God van Abraham, Izaäk en Jakob (Ex.3:6, 15, 16; 4:5). Gelovigen uit de volkeren zijn welkom om Hem te aanbidden met hen. Sterker nog, dat is altijd Gods bedoeling geweest (Rom.15:8-11). Jesaja sprak: "Want Mijn huis zal een gebedshuis heten voor alle volkeren" (Jes.56:6-7). Jezus herhaalde dat toen Hij de Tempel schoonveegde van de commercie en weer plaats maakte voor ware aanbidding waarin de heidenen, volkeren, welkom zijn (Matt.21:14).

Israël is de baarmoeder geworden van de twee andere monotheïstische godsdiensten, het christendom en islam. Alhoewel het christendom een eigen geloofssysteem is geworden sinds het Concilie van Nicea in 325 AD onder leiding van Keizer Constantijn de Hebreeuwse wortels afkapte, waarna het de officiële staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk werd onder Keizer Theodosius (381 AD) - lang voordat de Paus aan het roer stond van het Heilige Roomse Rijk (972 AD) en tijdens de kerstmis Karel de Grote kroonde (800 AD) - is Jeruzalem waar we allemaal vandaan komen, niet Rome. Daar betaalde de Joodse Messias voor ons allemaal. Je doet toch ook je moeder niet weg nadat je geboren bent, je navelstreng is doorgeknipt? Jeruzalem is onze geboorteplaats, het hemelse Jeruzalem is onze moeder (Gal.4:26), het hemelse Sion waartoe wij zijn genaderd (Heb.12:22). Wie van een boom de wortels afkapt, kan er zeker van zijn dat die verdort.

#13: God is Zijn volk niet vergeten en zal Zich ten laatste over Israël ontfermen: God kan Israël niet uit Zijn gedachten krijgen (Jer.31:20). De teksten over het herstel van Israël, en dat God Zijn volk weer terug aan Zijn boezem trekt, zijn vele. Hij is Zijn volk niet vergeten.

Jesaja 49:15-16 Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet. Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, ...

Jesaja 54:5-9 Want uw man is uw Maker, HERE der heerscharen is zijn naam; en uw losser is de Heilige Israëls, God der ganse aarde zal Hij genoemd worden. Want als een verlaten en diep bedroefde vrouw heeft u de HERE geroepen, als een vrouw uit de jeugdtijd, nadat zij versmaad werd - zegt uw God. Een kort ogenblik heb Ik u verlaten, maar met groot erbarmen zal Ik u tot Mij nemen; in een uitstorting van toorn heb Ik mijn aangezicht een ogenblik voor u verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid ontferm Ik Mij over u, zegt uw Losser, de HERE. Dit is Mij als in de dagen van Noach: zoals Ik gezworen heb, dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden komen, zo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer toornig op u zal zijn noch u zal dreigen.

Hosea 11:1, 3-4, 8-11 Toen Israël een kind was, heb Ik het liefgehad, en uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen.... 3 En Ik leerde Efraïm lopen; Ik nam hen op mijn armen, maar zij erkenden niet, dat Ik hen genas. 4 Met mensenbanden trok ik hen, met koorden der liefde; Ik was hun als degenen die het juk van hun kinnebak hieven. Ik neigde Mij tot hem, gaf hem te eten. ... Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u overleveren, Israël? Hoe zou Ik u prijsgeven als Adma, u maken als Seboïm? Mijn hart keert zich om in Mij, ten volle wordt mijn erbarming opgewekt. Ik zal mijn brandende toorn niet ten uitvoer brengen. Ik zal Efraïm niet verder verderven. Want Ik ben God en geen mens, heilig in uw midden, en Ik zal niet komen in toorngloed. Zij zullen achter de HERE aan gaan, als een leeuw zal Hij brullen. Wanneer Hij brult, dan zullen zonen uit het westen bevend komen. Zij zullen bevend komen als een vogel uit Egypte, als een duif uit het land Assur, en Ik zal hen doen wonen in hun huizen, luidt het woord des HEREN.

Jeremia 31:20 Is Efraïm Mij een lievelingszoon, een troetelkind, dat Ik, zo vaak als Ik van hem spreek, gedurig weder aan hem denken moet? Daarom is mijn binnenste over hem ontroerd, Ik zal Mij zeker over hem ontfermen, luidt het woord des HEREN.

Sommigen zeggen dan dat het Nieuwe Testament niks over het herstel van Israël zegt behalve in Romeinen 11:25-27. Maar het Nieuwe Testament hoeft er niks over te zeggen als het Oude Testament niet dicht is. Jezus bevestigde dat het gewoon doorgaat en geen jota of tittel ervan zal vergaan eer alles zal zijn geschied: de beloften van God daarin gedaan uitgekomen zijn (Matt.5:17-19). Sterker nog, Jezus kwam niet om die op te heffen maar om ze te bevestigen (Rom.15:7). In Hem zijn al Gods beloften (uit het Oude Testament, bedoelde Paulus hier) ja en amen (2 Cor.1:20). Maar het NT spreekt wel degelijk over het herstel van Israël: Mattheus 19:28, Lucas 19:11-21, Handelingen 1:6-7, 3:19-21, Hand.15 n.a.v. Amos 9, Rom.11:23-32, Openbaring 1:7 en 19:11-Opb.22, ...

image







Spreekt het Nieuwe Testament over het herstel van Israël?
Sommigen zeggen als reactie op alle beloften van herstel uit het Oude Testament, de Hebreeuwse Tenach, dat het Nieuwe Testament niks over het herstel van Israël zegt behalve in Romeinen 11:25-27.

Klopt dat? Allereerst, het Nieuwe Testament hoeft niks over het herstel van Israël te zeggen als het Oude Testament niet dicht is. Jezus bevestigde dat het gewoon doorgaat en nog van kracht is, dat "geen jota of tittel ervan zal vergaan eer alles zal zijn geschied": dat is, de beloften van God daarin gedaan uitgekomen zijn (Matt.5:17-19). Sterker nog, Jezus kwam niet om die op te heffen maar om ze te bevestigen (Rom.15:7). In Hem zijn al Gods beloften (uit het Oude Testament, bedoelde Paulus hier) ja en amen (2 Cor.1:20). En het NT spreekt wel degelijk over het herstel van Israël: Mattheus 19:28, Lucas 19:11-21, Handelingen 1:6-7, 3:19-21, Hand.15 n.a.v. Amos 9, Rom.11:23-32, Openbaring 1:7 en 19:11-Opb.22 ...

Het Oude Testament is voor velen dicht omdat zij onbewust denken dat het Nieuwe Testament het vervangt. Dat is de diepe invloed van de vervangingstheologie. 'Het Oude Testament is', voor wie zo denken, 'hooguit een historisch, profetisch maar niet meer dan leuk voorwoord op het Nieuwe waarom het altijd al überhaupt ging, een aanloop naar de NT-springplank', denken zij onbewust. 'Immers, wat oud is en verjaart is niet ver van verdwijning, zegt Hebreeën 8:13 toch over het Oude Testament?'

Het is goed te bedenken dat de term Oude Testament door kerkvader Tertullianus is bedacht rond het jaar 200 AD en dat de term Tenach zoals Israël het de wereld gaf (het is hun Boek als eerste, Rom.9:1-3) een betere is om die verwarring in ons denken te voorkomen. De term Oude Testament is een christelijke term in een tijd van christelijke frustratie over het verzet van de Joden tegen hun Messias, Yeshua. Maar dat verzet zal verdwijnen wanneer ook zij Hem, als laatsten, zullen herkennen, erkennen en aannemen als hun Messias (Zach.12:10-13, Opb.1:7, Rom.11:23-32, Joel 2:28-32).

En: Hebreeën 8:13 waar staat dat wat oud en verjaart is niet ver van verdwijning is, gaat niet over het Oude Testament maar over het eerste, Mozaïsche Verbond, dat God met Israël sloot na de Uittocht (Ex.19-24). Dat verbond, waarvan de Tora de verbondsbepalingen/voorwaarden was, functioneerde niet goed waarom een beter verbond nodig was (Heb.7:22, 8:6; Jer.31:31-34, Eze.36:25-27). Lees vers 9 en de hele Hebreeënbrief of anders Hebreeën 7-12 om te lezen dat het over het Mozaïsche Verbond gaat dat verdwijnen zou.

Er zijn meer verbonden in het Oude Testament dan het Verbond van Mozes bij de Sinaï alleen. Zo zijn er het Noachitische (Gen.9:16), Abrahamitische (Gen.15, Gen.17:7) en het Davidische Verbond (2 Samuel 7:13-16, Jes.9:5-6, Psalm 132:11-12, 89:25-27, 36-38, Heb.1:8, Lucas 1:32-33), onvoorwaardelijke en eeuwige verbonden die nog altijd van kracht zijn.

Overigens is de Tora in Yeshua nog meegegaan (Matt.5:17-19). Het Mozaïsche Verbond was een tijdelijk verbond. Voorwaardelijk: het volk moest aan voorwaarden voldoen om de zegen te krijgen en bij ongehoorzaamheid kreeg het de vloek (Lev.26, Deut.28). Gelukkig is er een Nieuw Verbond gekomen, dat functioneert door geloof en onvoorwaardelijk is. Het enige dat je hoeft te doen is het aan te gaan door Gods aanbod, Yeshua, de Redder in geloof aan te nemen (Titus 3:5, Gen.15:6, Hab.2:4, Rom.1:16, Efz.2:6-8.

image